Analyse
21 June 2023

Waarom moet je wachten op je medicijnen?

21 June 2023

Verschenen in Solidair

Het probleem van geneesmiddelentekorten bestaat al jaren. En dat leidt tot serieuze problemen voor de volksgezondheid. Er dreigen situaties waarin dokters zullen moeten beslissen wie een bepaald medicijn wel of niet kan krijgen. Het hoeft niet zo te gaan. Maar dan moeten we de almacht van farmaceutische multinationals doorbreken. Het zijn hun wanpraktijken en winsthonger die de tekorten creëren en in stand houden.

Klinkt het verhaal van Tristan herkenbaar? Hij is niet alleen. De lijst van geneesmiddelentekorten is nog nooit zo lang geweest. De website FarmaStatus.be telt momenteel 413 verschillende medicijnen die “tijdelijk onbeschikbaar” zijn of waarvan “de commercialisatie tijdelijk is onderbroken”. Vaak gaat het over essentiële basismedicatie. Neem bijvoor- beeld paracetamol, onze eerste keuze tegen pijn of tegen koorts. De suppo’s van Perdolan (de merknaam) voor baby’s en kinderen zijn niet te krijgen. Geen enkele andere fabrikant maakt suppo’s met paracetamol. Of neem Hygroton, een zeer goedkope en goed werkende bloeddrukverlager. Ook die was recent weer voor de zoveelste keer niet beschikbaar. Patiënten moeten door hun arts overgeschakeld worden naar geneesmiddelen van tweede keus. En zo gaat de lijst maar door.

Beter geen beroerte aan het eind van de maand

Tristan is 50 jaar en heeft epilepsie. Hij neemt al jaren medicatie om aanvallen te vermijden. Het medicijn heet Tegretol. Tristan is tevreden met de behandeling. Hij verdraagt de pil goed, heeft geen bijwerkingen en sinds hij ze neemt ook geen aanvallen meer. Maar begin januari kreeg Tristan bij zijn vaste apotheek slecht nieuws: de Tegretol is op. Alle doosjes zijn verkocht en de producent kan geen nieuwe leveren. “Een vertraging in de productie”, is de uitleg.

Binnenkort is het medicijndoosje van Tristan leeg. Als er tegen dan geen oplossing komt, zal hij contact moeten opnemen met zijn dokter om te veranderen naar een ander medicijn. Want de behandeling onderbreken, is geen optie. Na 2 à 3 dagen zonder medicatie wordt de kans op een nieuwe epilepsie-aanval al groot.

Caroline Ven van de farma-lobby Pharma.be nuanceert het probleem: “Voor de meeste tekorten bestaat er een alternatief.” Maar de impact is wel degelijk groot. In 2020 deed Test Aankoop al een enquête. Daarin meldde toen 28,5% van de gezinnen in de voorbije twee jaar geconfronteerd te zijn met een tekort aan medicijnen. De helft rapporteerde stress, een verergering van de klachten of bijwerkingen van de nieuwe medicatie. Bij een derde leidde het tekort tot extra kosten, door een extra bezoek aan de arts of omdat het alternatief geneesmiddel duurder is. En dan hebben we het nog niet gehad over de gevolgen voor de apotheken. Zij spenderen nu wekelijks uren aan het bellen naar groothandels en collega’s om voor hun patiënten toch nog ergens een verpakking te bemachtigen.

De geneesmiddelentekorten zijn wel degelijk een serieus probleem voor de volksgezondheid geworden. We gaan naar situaties waar dokters echt gaan moeten rantsoeneren en beslissen wie de medicatie wel of niet kan krijgen. Als de golf van luchtweginfecties deze winter nog lang aanhoudt, dreigt de voorraad van het antibioticum amoxicilline op te drogen. In de ziekenhuizen moeten nu soms al harde beslissingen genomen worden.

Wie plots getroffen wordt door een beroerte, is niet zeker dat hij de beste behandeling zal krijgen. Actilyse, de beste bloedverdunner om beroertes te behandelen, is maar beperkt beschikbaar. Daarom heeft de overheid voor de ziekenhuizen in ons land een verdeelsleutel opgelegd. Een voorbeeld van een zieken- huis in een Vlaamse grootstad: dat krijgt nu 7 dosissen per maand, terwijl het er normaal per maand ongeveer 14 nodig heeft. Een beroerte krijg je nu dus maar beter in het begin van de maand, want dan is er nog stock.

De winsten verhogen ten koste van veilige voorraden

Het valt op dat de meeste tekorten genees- middelen betreft waarvan het patent al vervallen is. Producten waarvan de prijs doorheen de jaren gezakt is en die met andere woorden minder winstgevend zijn. Big Pharma is niet langer geïnteresseerd in het produceren van deze medicijnen.

Farmaceutische bedrijven doen er alles aan om de productiekost zo laag mogelijk te houden. En dan loopt het mis. Meer dan een derde van de meer dan 400 tekorten is bijvoorbeeld het gevolg van problemen met de toelevering van medicatie vanuit China en In- dia. De voorbije 25 jaar is een groot deel van de productie door Big Pharma naar daar verhuisd, omwille van de lagere lonen en minder strenge milieunormen. Tachtig procent van de actieve stoffen nodig voor de geneesmiddelen op de Europese markt wordt nu geïmporteerd. Dertig jaar geleden was dat nog maar twintig procent.

De grote farmamultinationals nemen grote risico’s om toch maar zoveel mogelijk winst te maken. Ze concentreren alle productie van een medicijn in één of twee grote productie- sites om de rendabiliteit zo hoog mogelijk te houden. Maar dat maakt de productie van die actieve stoffen voor onze medicijnen wel enorm kwetsbaar. Het stilleggen van zo’n site in China of India, om welke reden dan ook, heeft zo een bruusk en groot effect op de leveringen wereldwijd, voor alle merken die het medicijn op de markt brengen.

Ook de verschuiving naar “just in time”-productie maakt het proces kwetsbaar. De farma- bedrijven kiezen bewust voor lage voorraden, om zo tot zo laag mogelijke kosten te komen. Bij de minste toename van de vraag kan de aanvoer niet meteen volgen. Het is als proberen een bad zonder stop te vullen met één kraan die slechts minimaal open mag staan. Als de kraan kapot gaat of de druk van het water even afneemt, loopt het bad direct leeg. Gemiddeld duurt het vier tot zes maanden om een “klassiek” geneesmiddel vanaf nul te produceren. Een tekort wegwerken, duurt dus al snel minstens zo lang.

Sjoemelfarma: als monopolies landen tegen elkaar uitspelen

Niet alle geneesmiddelentekorten zijn het gevolg van toeleveringsproblemen en beperkte reservevoorraden. Vaak worden tekorten ook kunstmatig gecreëerd door allerlei wanpraktijken van Big Pharma. Zo bestaat er in Europa een belangrijk circuit van paralleldistributie.

Farmaceutische firma’s bepalen hun prijzen in ieder land afzonderlijk. Ze doen dat niet op basis van de kostprijs, wel van wat de nationale overheid bereid is terug te betalen. Het gevolg is dat voor eenzelfde product van eenzelfde firma totaal verschillende prijzen worden gevraagd. De groothandelaars die apotheken bevoorraden, proberen hiervan te profiteren. Ze kopen medicatie op in het land met de goedkoopste prijsbepaling, om ze dan – met een nieuwe bijsluiter in een nieuw doosje – door te verkopen in landen met hogere prijzen.

De farmabedrijven zien hun winsten bedreigd en reageren door de hoeveelheid dat ze van een bepaald medicijn ter beschikking stellen te beperken tot het strikt noodzakelijke. Contingentering wordt deze praktijk genoemd.

Als er met dat geneesmiddel parallelexport wordt georganiseerd, dan wordt het moeilijker te verkrijgen voor apotheken. Patiënten zijn het slachtoffer.

In sommige gevallen van geneesmiddelen- tekorten lijkt het er ook sterk op dat een farmabedrijf bewust de voorraad laat dalen om daarna de prijs te kunnen manipuleren. Het gebeurt namelijk dat na een voorraadtekort, wanneer het geneesmiddel weer op de markt is, de prijs omhooggaat.

Een voorbeeld daarvan is de chemotherapie BiCNU voor de behandeling van hersentumoren. Vóór het tekort werd het verkocht aan 34 euro per 100 mg. Toen het een jaar later opnieuw verscheen, kostte het 900 euro, en nu wordt het zelfs verkocht voor 1500 euro.

Ook bij het nieuwe product Ozempic speelt hetzelfde fenomeen. Het medicijn is ontwikkeld voor diabetes maar wordt nu ook door veel mensen gebruikt om te vermageren, geholpen door een promotweet van Elon Musk.

Nu de vraag is toegenomen, dreigen diabetes- patiënten zonder hun behandeling te vallen.

Novo Nordisk, de Deense producent, beweert in België dat het de productie niet zo snel kan opschalen. Maar tegelijk horen we internationaal dat de leveringen aan de VS en het Midden-Oosten, waar de overheid een hogere prijs met de Denen afsprak, wel al werden opgedreven.

Wanneer grijpt Vandenbroucke in?

Het probleem van de geneesmiddelentekorten bestaat al jaren. Al even lang weten we dat de tekorten het gevolg zijn van de keuze van Big Pharma om koste wat kost hun winst- marges nog te verhogen. Ook al komt de leveringszekerheid voor patiënten dan in het gedrang. Een medicijn is niet zoals een fiets of een smartphone, waar je een maand op kan wachten. Je medicijnen heb je elke dag nodig. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat de behandeling van patiënten niet wordt onderbroken. Als bedrijven die garantie niet kunnen of willen bieden, moet de overheid ingrijpen.

Vandaag doet onze overheid schromelijk te weinig. In 2019 werkten N-VA, Open Vld en CD&V samen een nieuwe wet uit om het probleem van de stockbreuken aan te pakken.

Maar dat heeft duidelijk nog niet veel opgeleverd. Vivaldi-minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) blijft ook heel passief. De enige nieuwe maatregel tot nu toe is de invoering van een exportverbod van essentiële, kritieke medicatie. Eigen land eerst dus, maar de verantwoordelijken bij Big Pharma blijven bui- ten schot.

Er moeten sancties komen voor wie een afgesproken levering niet respecteert. De wet in ons land stelt dat de bedrijven en groothandelaars verplicht zijn om voldoende medicijnen te leveren. Als ze deze verplichting niet nakomen, zonder daar een goede reden voor te hebben, moeten ze een boete betalen. Jammer genoeg wijst alles er op dat de minister de redenen die leveranciers geven niet nakijkt en al zeker geen boetes uitschrijft.

Onze overheid zou trouwens ook andere bedrijven kunnen aanspreken om de medicatie te produceren waaraan een tekort is.

In de Verenigde Staten richtten een aantal ziekenhuisapotheken in 2018 Civica op, een organisatie zonder winstoogmerk om samen de productie en levering van hun medicatie te organiseren. Zo proberen ze minder afhankelijk te worden van de Amerikaanse Big Pharma. In België diende de PVDA al in 2019 een wetsvoorstel in om de regelgeving rond dwanglicenties aan te passen. Daarmee zou de Minister van Volksgezondheid in ons land op eigen initiatief patenten kunnen breken, als de gezondheid van onze bevolking om een bepaalde reden – een te hoge prijs of een voorraadprobleem – bedreigd wordt.

Een Europees Salk instituut

De vrije markt is duidelijk niet in staat om het recht op een goede gezondheid, de toegang tot de behandeling die je nodig hebt, te garanderen. Telkens opnieuw komt de winst op de eerste plaats, niet onze gezondheid. In “Doe De Switch” werkten we een voorstel uit om het fundamenteel anders aan te pakken: het Europees Salk Instituut.

Ons idee vertrekt van een publiek onderzoeksfonds om het onderzoek naar nieuwe behandelingen te financieren zonder patenten aan het eind van de rit. Zo kunnen we de monopoliemacht van Big Pharma breken. De productie en distributie van alle medicijnen organiseren we dan via openbare aanbesteding. Daardoor maken we een einde aan de buitensporige prijzen die multinationals zoals Pfizer of Novartis nu durven vragen. Bovendien kunnen we voor het afsluiten van een leveringscontract ook rekening houden met andere factoren dan de prijs, zoals bijvoorbeeld leveringszekerheid en werkomstandigheden. Goed voor onze gezondheid dus, goed voor onze sociale zekerheid én goed voor alle werknemers die in de farmasector werken.

Tim Joye en Freia Van Dalem


Delen op

Volg al het nieuws van Geneeskunde voor het Volk

Ontvang ons nieuws, schrijf u in op onze nieuwsbrief.
Onze partners
©2022 Geneeskunde voor het Volk - Alle rechten voorbehouden
Credits