Gezondheidwerk in Palestina en wereldwijde solidariteit en verzet
Op maandag 18 maart hebben de Israëlische bezettingstroepen (IOF) voor de vierde keer een inval gedaan in het Al-Shifa ziekenhuis in Gaza. De inval eindigde met de ontvoering van minstens 80 mensen, waaronder het medisch personeel van het ziekenhuis, en verdere ontheemding en moorden onder de duizenden mensen die onderdak zochten in het complex. Er kwamen berichten binnen over arrestaties en fysieke aanvallen op journalisten die verslag deden vanuit het ziekenhuis, naast het geweld tegen artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers.
Na 7 oktober 2023 is de wereld opgeschrikt door de wreedheid van Israëls genocide op het Palestijnse volk. Meer dan 31.000 Palestijnen zijn gedood en meer dan 72.000 gewond geraakt door de Israëlische aanval, die nu al bijna zes maanden duurt.
De door de IOF gekozen doelwitten weerspiegelen de opzettelijke wreedheid van Israëls genocidaire strategie. Naast de aanvallen op scholen en vluchtelingenkampen hebben Israëls bommen en sluipschutters het gemunt op zorgcentra, ziekenhuizen, ambulances en gezondheidswerkers. Hoewel Israël eerst de verantwoordelijkheid voor dergelijke aanvallen ontkende, zijn de bombardementen, invallen en gedwongen evacuaties van zorgcentra in Gaza inmiddels schering en inslag geworden. De toegang tot zorg wordt zo belemmerd, gezondheidswerkers worden geterroriseerd, patiënten en medewerkers worden gedood en de capaciteit van de enclave om gezondheidszorg te bieden aan de bevolking in een tijd van grote nood wordt vernietigd.
Aanvallen op de gezondheidszorg
Een van de eerste aanvallen op de gezondheidszorg vond plaats op 17 oktober, toen Israël het Al-Ahliziekenhuis bombardeerde, waarbij 500 mensen omkwamen.Een paar dagen later was Al-Shifa, het grootste ziekenhuis van Gaza, het doelwit. Op 11 november belegerde Israël Al-Shifa, waar zich 1.500 patiënten en medewerkers binnen bevonden en tienduizenden ontheemden hun toevlucht zochten op de binnenplaats. Op 22 januari schoten Israëlische sluipschutters de hoofdarts Hossam Hamada op straat neer. Tijdens deze aanvallen hebben de IOF ook gezondheidswerkers ontvoerd en gearresteerd, waaronder Ahmed Muhanna, hoofd van het Al-Awdaziekenhuis.
Interview Sophia Assis en Hanne Bosselaers
Sophia Assis van het Zetkin Forum for Social Research sprak met Hanne Bosselaers, een huisarts van Geneeskunde voor het Volk en activiste voor de solidariteit met Palestina, om juist deze vragen aan de orde te stellen. Ze spraken ook over de geest van verzet die het gezondheidsactivisme in Gaza nog steeds doordringt.
Sophia Assis: Dr. Bosselaers, kun je beginnen met iets te vertellen over jezelf en je ervaring als arts in Palestina? Op welk moment in je opleiding tot arts werd je je bewust van de noodzaak van internationalistische ervaring?
Hanne Bosselaers: Ik ben huisarts en werk voor Geneeskunde voor het Volk in Molenbeek, Brussel. Tien jaar geleden reisde ik naar Palestina, naar Gaza, om een samenwerkingsproject op te zetten tussen onze groepspraktijk hier en Al-Quds, een medisch en cultureel centrum in Beit Hanoun in het noorden van Gaza. Het is een van de centra van AWDA Health & Community Association, een lokale Palestijnse gezondheids- en gemeenschapsorganisatie waar we al lange tijd mee samenwerken op de Westelijke Jordaanoever, maar we hadden op dat moment geen contact met hun vestiging in Gaza. Ik ging daar aan de slag als huisarts. Ik deed prenatale consultaties in het ziekenhuis en daarna algemene geneeskunde, met allerlei soorten problemen, in het medisch centrum in Beit Hanoun.
Wanneer realiseerde ik me dat internationale ervaring belangrijk is? Tijdens mijn opleiding tot arts heb ik een aantal ervaringen opgedaan in het buitenland, waaronder een stage in Ecuador, waar ik werkte op de kraamafdeling en in de pediatrie in een openbare instelling in Guayaquil. Daar besefte ik hoe groot het verschil kan zijn tussen een niet-gefinancierd publiek systeem en een privaat gezondheidssysteem. Drie blokken bij mij vandaan stond een heel fris en chique ziekenhuis, terwijl de openbare kraamafdeling werd bezocht door mensen die in de rij moesten staan om hun medicijnen te kopen voordat ze kwamen bevallen. Ze hadden al pijn en stonden bij de apotheek te wachten om hun medicijnen af te rekenen. Pas daarna werden ze toegediend. Ik begreep toen dat het belangrijk is om verschillende ervaringen met medisch werk op te doen om de verschillende gezondheidssystemen te analyseren. Op dat moment had ik nog geen politieke ervaring. Het was meer uit interesse in hoe zorg en gezondheid in andere landen zijn georganiseerd.
Daarna kwam ik bij GVHV en nadat ik mijn studie had afgerond, stelden ze voor dat ik naar Gaza zou gaan om het samenwerkingsprogramma op te zetten. Op dat moment realiseerde ik me hoe belangrijk het is om voor echte solidariteit te gaan, collega-artsen te helpen, maar ook van hen te leren en terug te komen en pleitbezorger te worden op basis van die ervaring. In het geval van Palestina is het echt essentieel om je ervaring van werken onder bezetting, wat je daar ter plaatse hebt meegemaakt, mee terug te nemen naar België om mensen te sensibiliseren via activisme. Dat is een van de belangrijkste dingen die ik van mijn collega's daar heb geleerd.
Sophia Assis: Wat zijn als arts en activist de belangrijkste lessen die je trekt uit je ervaring met gezondheidswerkers in Palestina?
Hanne Bosselaers: Ik was echt onder de indruk van de kwaliteit van hun onderwijs en de zorg voor mensen. Ze hebben echt een goede kijk op gezondheid. Ze hebben niet veel technologische faciliteiten: er is bijvoorbeeld maar één MRI-scanner in Gaza. Maar hoewel gezondheidswerkers in Palestina misschien over minder technologie beschikken dan in Europese landen, zijn het betere artsen. Ze staan heel dicht bij de mensen. Ze begrijpen de lokale gezondheidsomstandigheden en de effecten van de bezetting en de schending van basisrechten op de gezondheid. Daar hebben we het in het ziekenhuis veel over gehad, we hadden het over de schendingen van deze rechten en de gevolgen hiervan voor de gezondheid van de bevolking. Dat is iets wat ze echt hebben geïntegreerd in hun werk, het zijn zeer bekwame en kwaliteitsvolle professionals. Ze zijn volledig toegewijd aan hun volk, wat ook een vorm van verzet is: dicht bij mensen blijven, hun gezondheid beschermen, het leven gemakkelijker en gezonder maken. Het is een ware missie voor ze en ze laten dit niet los.
75 jaar bezetting hebben bij gezondheidswerkers in Palestina een sterk gevoel van verzet en veerkracht teweeggebracht. Ze hebben een sterke collectieve organisatie en visie, ze vinden altijd nieuwe manieren om samen te zijn, voor elkaar te zorgen en hun gezondheid te behouden. Stel je het Al-Awdaziekenhuis voor: na twee weken belegering zat het zorgpersoneel opgesloten met patiënten, zonder elektriciteit, zonder medicijnen, zonder voldoende water en voedsel. Toen vielen ze [de IOF] het ziekenhuis binnen en namen een paar van hun collega's gevangen. En de volgende dag gaan ze gewoon door met het verlenen van gezondheidszorg aan de patiënten. Ze houden vol en ze ontvangen nog altijd patiënten. Ik kan me niet voorstellen dat ik in Al-Shifa of een ander ziekenhuis terecht zou komen dat belegerd, gebombardeerd en binnengevallen is door Israëlische soldaten, en dat ik dan zo zou blijven werken.
Toen ik daar was, had je grote organisaties die culturele activiteiten organiseerden en de wijken ingingen om te kijken wat er verbeterd kon worden. Kunnen we een beetje groen aanplanten? Kunnen we een sportveld aanleggen? Ze ondernemen veel acties die niet direct met gezondheid te maken hebben, maar die erop gericht zijn om het leven gemakkelijker en daarmee gezonder te maken. Iedereen zit in een organisatie, een jeugd-, culturele of gezondheidsorganisatie; veel mensen hebben kennis van Basic Life Support (BLS) en kunnen eerste hulp verlenen, wat nodig is bij bombardementen. Als er een catastrofale gebeurtenis plaatsvindt, weten veel mensen wat ze moeten doen. Dit niveau van organisatie en collectief denken heb ik nergens anders ter wereld gezien. Dat is een van de meest inspirerende dingen aan Palestina.
Sophia Assis: Kun je uitleggen hoe de gezondheidszorg is georganiseerd in Palestina?
Hanne Bosselaers: Wel, natuurlijk is er te weinig geld omdat de Palestijnse Autoriteit niet veel middelen heeft om gezondheidszorg van goede kwaliteit te bieden. Er zijn verschillende systemen: een publiek gezondheidszorgsysteem, gefinancierd door het ministerie van Gezondheid van Palestina; een systeem van publieke verzekeringen waar niet alle Palestijnen toegang toe hebben; en een ander van de United Nations Refugee Agency for Palestine (UNRWA), die zorgt voor de vluchtelingen in Gaza (70% van de bevolking) ... Ze hebben veel eerstelijnszorgklinieken in heel Palestina. Je hebt basisapotheken, eerstelijnszorg, tandartsen die beschikbaar zijn voor de vluchtelingen onder UNRWA ... En dan heb je nog internationale ngo's die gezondheidszorg bieden, evenals Palestijnse ngo's, zoals AWDA, die we ondersteunen. Awda is een Palestijnse ngo die wordt gefinancierd door internationale partners en die enkele diensten aanbiedt in samenwerking met het ministerie van Gezondheid. Het systeem is behoorlijk gefragmenteerd, algemeen ondergefinancierd en sterk afhankelijk van ngo's en van geld dat van externe partners komt.
Sophia Assis: Hoe is de relatie tussen de gezondheidswerkers en de mensen? Hoe wordt het begrip gezondheid in Palestina in de praktijk gebracht?
Hanne Bosselaers: In Palestina vatten ze gezondheid op als iets dat niet alleen afhangt van het hebben van een ziekte en toegang krijgen tot gezondheidszorg, maar een brede dimensie heeft, met sociale determinanten. Ik had al geleerd over de sociale determinanten van gezondheid met GVHV, maar dit concept werd veel concreter in Palestina, waar je ziet hoe mensen lijden onder een economisch systeem dat volledig is verwoest door de bezetting. Er is geen vrijheid, mensen hebben geen werk, ze hebben zelfs geen schoon water ... Hun sociale determinanten zijn catastrofaal en hebben veel gevolgen voor de gezondheid, en de artsen zijn zich daar echt van bewust. Ze proberen niet alleen te genezen, maar ook te voorkomen en gemeenschappelijke acties te ondernemen.
Ze hebben een holistische kijk op gezondheid. Ze geven ook veel om geestelijke gezondheid, wat erg moeilijk in praktijk te brengen is omdat er te weinig psychiaters en psychologen beschikbaar zijn. Men heeft een groot collectief trauma vanwege de bombardementen, bezetting en constante angst. Een groot deel van de bevolking lijdt aan geestelijke gezondheidsproblemen, en die zijn goed gedocumenteerd. Ze doen hun best om ze te behandelen en ook om een collectieve manier te vinden om met de situatie om te gaan.
Ze organiseren bijvoorbeeld veel activiteiten met kinderen. Ik ben zo trots als ik die Palestijnen zie, zelfs nu nog, in Rafah, in de kampen, waar ze activiteiten organiseren voor de kinderen. Ze slagen erin circusmaterialen te vinden. Ze slagen erin boeken te vinden. En ze zetten tientallen kinderen bij elkaar om ze aan andere dingen te laten denken en ze het recht te geven om vrij te zijn, te spelen en kind te zijn, wat van levensbelang is. Ik weet niet of we er in onze westerse samenlevingen, die zeer individualistisch zijn, in zouden slagen om dat te organiseren als we nu in een dergelijke situatie terecht zouden komen. Ik denk van niet. Ik denk dat we amper zouden overleven.
Sophia Assis: Wanneer gezondheid, solidariteit en verzet elkaar ontmoeten ...
Hanne Bosselaers: Ja, gezondheidswerkers zijn een heel belangrijk onderdeel van [het verzet tegen de bezetting]. Ze gaan door, ze verleggen hun grenzen verder. Ik weet niet of je de video hebt gezien van die vrouwelijke gynaecoloog op de binnenplaats van het Nasserziekenhuis. Sluipschutters schoten op een man aan de andere kant van de binnenplaats, hij lag bloedend op de grond. De sluipschutters waren er nog, en ze trok haar jas uit en rende naar de patiënt om hem te beschermen. Dat is hun ware geest; gezondheidswerkers vrezen niet voor hun eigen leven. Ze zijn gericht op het overleven van zo veel mogelijk mensen, op een collectieve manier.
In Gaza, in de genocide, is simpelweg overleven al een daad van verzet. De missie is om zo veel mogelijk mensen te redden. En gezondheidswerkers doen dat op een zeer moedige en toegewijde manier. Dat is werkelijk inspirerend. Het concept van gezondheid dat in praktijk wordt gebracht is het recht op gezondheid, het recht om vrij van bezetting te leven, rechten die universeel zouden moeten zijn. Deze visie is aanwezig in al het werk in de zorg en dat is hoe de gezondheidswerkers zich organiseren, ook al zijn er verschillende politieke stromingen. Palestijn zijn en opkomen voor gezondheid voor iedereen is iets wat verspreid is over de hele Palestijnse samenleving.
People's Health Dispatch is een tweewekelijks bulletin uitgegeven door de People's Health Movement en Peoples Dispatch. Voor meer artikelen en om u te abonneren op People's Health Dispatch, klik hier.